Inunderen

Stel je voor dat je je als klein land moet verdedigen tegen een groot vijandelijk leger, zoals in 1672. Dan moet je iets slims bedenken. Als je nou eens een lange strook polderland onder water zet? Dan kan het vijandelijke leger alleen nog via de dijken en kades optrekken. Die zijn een stuk makkelijker te verdedigen. Het opzettelijk onder water zetten van een gebied wordt ook wel inunderen of inundatie genoemd. De ideale diepte van een waterlinie bedraagt 40 centimeter – kniehoogte.

Waterlinies zijn een echt Nederlandse vinding. Door de eeuwen heen hebben we in ons land maar liefst tien waterlinies ingericht om vijanden dwars te zitten. In het gebied Tussen Lek & Linge vinden we er twee: de Oude Hollandse Waterlinie en de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

De Oude Hollandse Waterlinie

De Oude Hollandse Waterlinie werd in 1672 in grote haast tot stand gebracht om het westelijke deel van ons land met zijn rijke steden (het ‘gewest
Holland’) te verdedigen tegen het oprukkende Franse leger. De linie liep van de Merwede bij Gorinchem tot aan de Zuiderzee. En hij werkte! Daarom vond men dat deze ook in de toekomst weer nuttig zou kunnen zijn en werden er op strategische punten langs de linie forten en andere verdedigingswerken gebouwd.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie

Vanaf 1815 begonnen we met het inrichten van een nieuwe waterlinie. Deze moest ook de stad Utrecht beschermen, wat bij de oude linie niet het geval was. De Nieuwe Hollandse Waterlinie loopt van de Biesbosch tot aan het eiland Pampus in de Zuiderzee. Hij telt 46 forten, twee kastelen en zes vestingen. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is het grootste rijksmonument van Nederland en staat sinds 2021 op de Unesco Werelderfgoedlijst.

Ontdek de Waterlinies - Wandel- en fietsroutes langs Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie